Hail, Caesar! recensie
'Vermakelijke meta-komedie'
De gebroeders Coen dansen als Gene Kelly heen en weer over de lijn tussen parodie op en ode aan het Hollywood van net na de Tweede Wereldoorlog en brengen daarbij flarden uit klassieke genres samen tot een uiterst vermakelijke meta-komedie over cinema, geloof en het communisme.
17-2-2016 Door: Sven Gerrets
(c) Universal
Dank voor je hulp.
Eddie Mannix (Josh Brolin) is een fixer voor Capitol, een grote Hollywoodstudio, wat inhoudt dat hij de hele dag losse eindjes probeert weg te werken. Een mooi excuus om tal van kleine en onsamenhangende verhaallijnen aan op te hangen, wat resulteert in een van de vrijblijvendste verhalen uit het oeuvre van de Coens tot op heden. Zo moet Mannix een schandaal voorkomen als de Ester Williams-achtige superster DeeAnna (Scarlett Johansson) zwanger blijkt en geen man heeft om te trouwen, maar is het ook zijn taak om roddeljournalistes Thora en Thessaly Thacker (beide gespeeld door Tilda Swinton) tevreden te houden.
Zijn twee grootste uitdagingen hebben te maken met Hail, Caesar!, het Ben Hur-achtige filmproject dat de studio aan het schieten is over een Romeinse krijgsheer die bekeerd wordt door Jezus. Om geen enkele geloofsovertuiging voor het hoofd te stoten nodigt Mannix een paar religieuze leiders uit, wat leidt tot een gesprek dat zowel filosofisch als humoristisch de Coens op hun best is. Het andere probleem is dat de hoofdrolspeler uit de film, Baird Whitlock (George Clooney), ontvoerd is door een geheimzinnige groep figuren die zich The Future noemt en losgeld eist.
De Coens gaan volledig los en hebben overduidelijk plezier. Het ene moment kanaliseren ze de geest van Busby Berkely met indrukwekkende waterballetten, het volgende huilt een zingende cowboy (een sterke rol van Alden Ehrenreich) tijdens zijn western-avonturen naar de volle maan. Successen uit het verleden worden gesampled en voorzien van een Coen-stempel.
Mannix is de serieuze rots in de luchtige branding, de verlosser voor alle studioproblemen, en Brolin is in zijn element met het gezicht strak in de plooi tussen al zijn collega’s die heerlijk schmieren en over the top gaan. Clooney steekt de draak met zichzelf en overtuigt als wezelige onnozelaar en Johansson is heerlijk als grofgebekte zeemeermin, maar de show wordt duidelijk gestolen door Channing Tatum. Met een boel zelfspot tapdanst en zingt hij zich in een matrozenpakje een weg door een ingewikkeld homo-erotisch musicalnummer.
Het is Tatums personage dat uiteindelijk bewijst dat achter een oppervlakkig decor een boel schuil kan gaan. Zo zit de hele film ingenieuzer in elkaar dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Verpakt in een luchtige toon geven de broers een contemplatie op vereren, met een paar frisse inzichten die bovenkomen door de dwarsverbanden die ze slaan tussen geloof en filmmaken. Gecombineerd met de rijkdom aan details is het ondanks het feit dat het niet in de buurt komt van hun beste werk, een prima film om te rijpen en opnieuw te kijken.
en abonneer je op onze nieuwsbrief.