compleet & ongebonden sinds 1995
WEEK 41 10-10 t/m 16-10
Film van de week!
MENU
Home > Filmnieuws > Das schweigende Klassenzimmer
Filmrecensie
***1/20
Waardering 3.5/5

Das schweigende Klassenzimmer

Met Das schweigende Klassenzimmer, gebaseerd op het gelijknamige autobiografische boek van Dietrich Garstka, maakt Lars Kraume (Der Staat gegen Fritz Bauer) een toegankelijke film over het gespleten Duitsland van de jaren vijftig.

Delen op facebook
We hebben na 25 jaar helaas je hulp nodig!

Dank voor je hulp.

Beste vrienden Kurt (Tom Gramenz) en Theo (Leonard Scheicher) reizen met de trein naar Berlijn. Dat klinkt niet heel spannend, maar het is 1956 en reizen van Oost- naar West-Duitsland is een onderneming waarin zelfs een tandenborstel in je bagage verdacht is.

Eenmaal in het westen bezoeken ze het graf van Kurts grootvader en sneaken de bioscoop in via de toiletten. Terug in Stalinstadt treffen ze hun vrienden in een café. Terwijl Theo het vooral wil hebben over de blote borsten van Marion Michael brengt Kurt het gesprek op het bioscoopjournaal voorafgaand aan de film dat beelden toonde van protesten in Hongarije, die de boeken in zouden gaan als de Hongaarse Opstand, die uitbrak in oktober 1956 en na amper twee weken met grof geschut werd neergeslagen door de Sovjets.

Dat de protesten begonnen als initiatief van studenten sterkt Kurt en zijn kameraden wellicht. Het zijn praktisch hun leeftijdsgenoten die in Boedapest de straat op gaan en dat geeft hen het gevoel dat ze ook iets kunnen doen. Iets kunnen zijn. Na school gaan ze langs bij Edgar, een oom van een van de klasgenoten die in een afgelegen boerderij woont en waar ze stiekem kunnen luisteren naar RIAS (de West-Duitse radio). Het wordt een ritueel. Een ritueel van samenzijn in iets verbodens dat bekrachtigt wordt met die twee minuten waarin ze aan het begin van een schooldag zwijgen ter nagedachtenis aan de omgekomen Hongaarse demonstranten.


Regisseur en scenarist Lars Kraume mikt op een breed publiek en houdt de toon aanvankelijk relatief luchtig. Het eerste deel van Das schweigende Klassenzimmer heeft regelmatig het gevoel van een jongensboek. De hang naar avontuur, de euforie van ergens mee wegkomen. Wanneer er een onderzoek wordt ingesteld is de centrale vraag of de klas zweeg uit politieke overwegingen en hoewel de ambtenaren van dienst die vraag beantwoord willen zien met een simpel ‘ja’ of ‘nee’, is de realiteit diffuser. Voor een enkeling is het echt politiek, maar voor een heel aantal weegt toch ook de spanning mee van iets rebels doen. Of is het een kwestie van niet buiten de groep willen vallen. Het blijven toch pubers die de consequenties van hun daden niet volledig overzien.

Sterk punt aan het scenario is hoe die motivering niet wordt versimpeld. Datzelfde geldt voor het complexe mijnenveld van politieke ideologieën in de jaren vijftig. Een aantal keer wordt de jongeren door volwassenen toegebeten de juiste keuze te maken, alsof er een goede en foute kant van de geschiedenis is, maar zo eenvoudig is het niet. De vijand van jouw vijand is niet per definitie je vriend. Toch is dat wel de realiteit waarmee de kinderen zich geconfronteerd zien. Het socialistisch bewind is heilig en protest nooit onschuldig.


In de tweede helft begint de toon langzaam om te slaan. Plotseling dreigen er reële consequenties voor die twee zwijgende minuten: schorsing, uitsluiting van het eindexamen. Toch is in het in dat deel dat Kraume iets van de potentie van het verhaal en vooral de personages laat liggen. Met alles op scherp was het logisch geweest als bij sommige van deze jongeren plots andere motivaties de kop opsteken of juist als sneeuw voor de zon verdwijnen, maar over het algemeen blijven ze redelijk in het straatje waar we ze vanaf het begin af aan al zien. Zo blijft de wat labiele Erik de gehele film de onberekenbare factor en zien we bij Kurt soms een spoor van twijfel, maar echt wortelschieten doet dat niet.

Van de twee hoofdpersonages is Theo (mooie rol van Scheicher) dan een stuk interessanter. Omdat hij wel twijfelt. Voor hem is het aanvankelijk vooral een goede grap. Voor hem vallen de implicaties buiten het gezichtsveld. Voor hem is de ernst van de situatie iets dat we langzaam zijn bewustzijn in zien sijpelen. Aan het einde van de film zet Kraume wel een tikje opzichtig in op sentiment, maar wat daaraan vooraf gaat is er een toonbeeld van dat een film toegankelijk kan zijn zonder daarvoor de complexiteit te offeren.

Blijf in contact!

en abonneer je op onze nieuwsbrief.